Project 1: Een juridisch-normatieve invalshoek
Het onderzoek in project 1 bestaat uit drie fasen. Fase 1 is het in kaart brengen van het historische, juridische en beleidskader van de verschillende ondersteunings- en beschermingsmaatregelen in Nederland. Concreet gaat het daarbij om de drie wettelijke beschermingsmaatregelen (curatele, bewind en mentorschap), het levenstestament en de informele vertegenwoordiging bij zorgbeslissingen op basis van artikel 7:465 BW. Fase 2 bestaat uit onderzoek naar het toepasselijke mensenrechtenkader. Onderzocht wordt welke beginselen en normen uit verdragen zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN-Gehandicaptenverdrag een rol spelen bij de ondersteuning en bescherming van oudere personen. Daarbij is ook aandacht voor de vraag hoe deze beginselen en normen moeten worden geïnterpreteerd, want hier bestaat in sommige gevallen discussie over, bijvoorbeeld met betrekking tot artikel 12 VN-Gehandicaptenverdrag. Fase 3 brengt het onderzoek uit fase 1 en 2 samen door te onderzoeken of het huidige stelsel van ondersteunings- en beschermingsmaatregelen in Nederland in overeenstemming is met de toepasselijke mensenrechtelijke beginselen en normen. Zijn de huidige maatregelen toereikend vanuit het oogpunt van mensenrechten en indien niet, op welke gebieden schiet het juridisch kader tekort? Op basis van deze juridisch-normatieve toetsing worden aandachtspunten geïdentificeerd waarvan de praktische implicaties in project 2 verder worden onderzocht. Daarnaast wordt door middel van het rechtsvergelijkend onderzoek in project 3 gekeken wat Nederland kan leren van de wijze waarop andere landen de toepasselijke mensenrechtelijke normen en beginselen hebben geïmplementeerd.
Betrokken onderzoekers
Femke de Kievit
Fiore Schuthof
Rieneke Stelma Roorda
Masha Antokolskaia
Wendy Schrama
Kees Blankman
Leon Verstappen